Positieve en negatieve metafysica
Wie het wezenlijke van iets ongrijpbaars of metafysisch wil uitdrukken kan dit het beste te doen door duidelijk te maken dat er zowel sprake is van twee waarheden tegelijk als dat noch de ene ogenschijnlijke waarheid noch de andere waarheid van toepassing is.
Op deze wijze wordt als het ware de ruimte geschapen om het transcendente (wezenlijke, metafysische, idee, etc.) uit de verf te laten komen.
Eckhart Tolle verwoordt het mooi in deze video.
Op Wikipedia wordt dit fenomeen met dit voorbeeld uitgelegd. In Brhadaranyaka Upanishad wordt Yajnavalkya ondervraagd door zijn studenten om God te beschrijven. Hij zegt "het Goddelijke is dit niet en het is niet dat" (neti, neti). Zo is het Goddelijke niet echt, zoals wij zelf reëel zijn, noch is het onwerkelijk. Het goddelijke is niet woonachtig in de zin dat mensen leven, noch is hij dood. Het Goddelijke is geen mededogen zoals we gebruik maken van de term, noch is het onbarmhartig. En ga zo maar door. We kunnen God nooit echt definiëren in woorden. Alles wat we kunnen zeggen in feite is dat "Het is niet dit, maar ook, het is niet dat". Uiteindelijk is het de bedoeling dat de student de woorden overstijgt om de aard van het Goddelijke te begrijpen. Neti-neti is geen ontkenning. Integendeel, het is een bewering dat wanneer we proberen om vast te leggen in menselijke woorden wat het Goddelijke kan worden, we onvermijdelijk tekort schieten, want we zijn beperkt in het begrijpen, en woorden zijn beperkt om het transcendente uit te drukken. Eenzelfde redenering kun je doen voor de aard van je ware zelf of ware liefde. Let wel: dit is geen Godsbewijs of garantie dat ware liefde bestaat. Dat zal altijd een kwestie van geloven blijven. Het is een manier van omgaan met een paradoxaal gegeven. Hoe meer moeite je doet om het transcendente aan te tonen, des te meer blijft het verborgen. Vergelijk het met het pellen van een ui. Hoe meer je deze ontleedt, hoe minder er overblijft van de ui. De Madhyamaka geeft een logische analyse van uitspraken over 'de' werkelijkheid, en laat zien dat er geen metafysische uitspraken mogelijk zijn. Avijja, onwetendheid, bestaat uit het niet correct zien van deze grens van het weten, waardoor er gehechtheid ontstaat. Het juiste inzicht laat de leegte van alle verschijnselen zien. In de Griekse oudheid was men al op zoek naar het idee achter de vorm. Filosoof Plato gebruikte de weg van de hermeneutiek in de zin van trapsgewijze interpretatie: beginnen bij het laagste om zo langzaam op te bouwen richting het hoogste. Overigens is deze methode geen garantie dat een filosoof daadwerkelijk contact zal maken met de vormen. Zij bereidt de ziel alleen vóór op het contact. Maar er is een zekere x-factor die dan het contact werkelijk in gang zet en de anamnese (herinnering) tot leven brengt: een soort inspiratie, misschien wel iets goddelijks (bron Wikipedia). Het en-en denken komt op een productieve manier tot uitdrukking bij 'dialectiek', een term die gebruikt wordt voor het denken vanuit twee polen (de these en de antithese). De tegenstelling tussen these en antithese wordt opgeheven (letterlijk op een hoger plan gebracht) door de synthese.
Merk op dat in de benaderingen hierboven zowel sprake is van verdieping als van "op een hoger plan brengen". De methode is zowel "verbinden" als "open staan". De kunst is om beide manieren tot hun recht te laten komen.