Rob Wijnberg schrijft voor de Correspondent. Een citaat uit een artikel over zijn analyse van de tijdgeest.
Is dit het tijdperk van globalisering, verdwijnende grenzen en Europese integratie? Of juist van groeiend nationalisme, immigratiebeperking en eigen land eerst? Is dit de tijd van multinationals, het grootkapitaal en de 1 procent? Of juist van de start-up, crowdfunding en de 99 procent? Is het de tijd van revolutie, opstand en protest? Of juist van technocratie, onverschilligheid en apathie? Is dit de tijd van duurzaam, ambachtelijk en lokaal? Of juist van fossiel, massaproductie en outsourcing?
Misschien is het antwoord wel: het is de tijd van al deze dingen tegelijk.
Het fenomeen public relations (pr) raakte geïnstitutionaliseerd en zou in enkele decennia uitgroeien tot een van de grootste en meest invloedrijke industrieën in de westerse wereld (alleen al de reclametak is anno 2014 goed voor 500 miljard dollar omzet per jaar).
Communicatiestrategen, pr-medewerkers, spindoctors, marketeers en reclamemakers werden de allesbepalende architecten van onze informatievoorziening. Nagenoeg alle belangrijke informatiestromen − van nieuws tot politiek tot wetenschap tot kunst − raakten onderhevig aan de wetten van de pr: afstemming op doelgroepen en beoordeling op bereik en rendement.
Waarheid als product reduceert alles − van politiek tot informatie tot wetenschap tot onderwijs tot kunst − tot een vorm van behoeftebevrediging zonder onderliggend doel.
Het maakt van politiek een ‘pitch’, van informatie een ‘format’; van kunst een ‘concept’, van onderwijs een ‘formule’. Niet om te overtuigen, te informeren, aan het denken te zetten of te leren, maar om ‘te bevredigen’.
Hierin schuilt, volgens mij, de kern van onze tijd. Het verklaart waarom de meeste politieke partijen nauwelijks nog van elkaar verschillen, behalve in koopkrachtplaatjes. Het verklaart waarom onderwijsinstellingen zijn uitgegroeid tot diplomafabrieken op zoek naar de hoogste score in de ‘rankings’. Het verklaart waarom solidariteit afbrokkelt en winstbejag op korte termijn regeert.
En, het verklaart waarom 80 procent van de (westerse) burgers zo tevreden is met het eigen leven en een even groot percentage zo bezorgd over de samenleving als geheel: onze behoeften worden ruimschoots bevredigd, maar we hebben nauwelijks een idee van het waarom en waartoe.
Het hele artikel lezen? Klik op: de correspondent.
Politici laten kiezers hun eigen mening consumeren en Google past zijn zoekresultaten aan aan het profiel van de zoeker. Iets soortgelijks geldt voor de media, de kunst, het onderwijs en de wetenschap.
Omdat zoveel mensen spelen met de waarheid en omdat het onmogelijk een objectieve waarheid te verkondigen draait schrijfster Sarah Gagestein het om. Zij stelt:
"door in te spelen op beelden waarin we geloven en door ideeën slim te framen kun je net als succesvolle politici en reclamemakers andere mensen onzichtbaar overtuigen. Maak zonder manipulatie jouw boodschap zo herkenbaar dat ze het direct met je eens zijn".
De psychologie van onzichtbaar overtuigen met framing (bol.com).
Framing is niet gemakkelijk, het gaat ook vaak mis, denk aan Balkenende's oproep tot wat meer VOC-mentaliteit. De Verenigde Oost-Indische Compagnie stond niet alleen voor verkenning en ondernemerschap, het stond ook voor slavenarbeid en uitbuiting.
Gagestein's vuistregels zijn de volgende.
- eerst waarden, dan woorden en beelden
- wees duidelijk en kies voor eenvoud
- een zwarte lijst leert jouw foute woorden snel af
- wees consistent en hou vol
- heb lol in het spel van framen.
Volgens Gagestein hoef je je over jouw integriteit geen zorgen te maken, zolang je frames dicht bij je eigen overtuigingen houdt.
Weer anders wordt het wanneer Kunstmatige Intelligentie (AI) wordt ingezet om de waarheid te manipuleren. Het leidt tot nieuwe gewetensvragen.