Welten liet weten dat hij het boerkaverbod een ''buitengewoon complex dilemma'' vindt. ''Ik denk dat de vrouw zal worden aangesproken op het feit dat ze een boerka draagt. Ik geloof er niet in dat wij vrouwen, ervan uitgaand dat het een vrouw is want dat kun je niet zien, gaan arresteren''.
"Ik voel me niet altijd een instrument van de overheid dat onmiddellijk doet wat er gevraagd wordt. Ik gebruik mijn verstand nog steeds".
Volgens Welten is sprake van een 'buitengewoon complex dilemma'. Hij wees erop dat de politie er is om vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid te waarborgen.
In Nederland kennen we de zogenaamde trias politica, met een horizontale machtenscheiding.
Vrij naar Wikipedia.
Met machtenscheiding bedoelt men een verdeling van de macht in wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht, die nooit bij één en dezelfde persoon of instantie mogen berusten.
- De wetgevende macht.
In Nederland zijn dat de Staten Generaal (Eerste en Tweede kamer) en de regering, bestaat uit de koningin en de ministers. - De uitvoerende macht.
In de meest zuivere vorm van machtenspreiding heeft het parlement de bevoegdheid om wetten vast te stellen, maar worden de uitvoering en handhaving daarvan (bijvoorbeeld door de politie) overgelaten aan de regering. Het parlement treedt op als controleur van de uitvoerende macht. - De rechterlijke macht: de rechters.
De machten hebben ieder hun eigen bevoegdheden en hebben ieder hun eigen zelfstandigheid. Bovendien is er geen macht die hiërarchisch duidelijk boven de andere machten staat. Al deze machten afzonderlijk hebben ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de burger verantwoordelijkheden door middel van ingebouwde controlemechanismen.
De uitvoerende macht is verantwoording schuldig aan de wetgevende macht, de wetgevende macht is vervolgens verantwoording verschuldigd aan de burgers. De burgers hebben invloed op de wetgevende macht door middel van verkiezingen.
De rechterlijke macht controleert vervolgens de uitvoering van wetten en regelgeving, en arbitreert bij conflicten tussen de machten. De rechterlijke macht zelf zou volgens de grondprincipes van de Trias kunnen worden gecontroleerd door middel van openbaarheid van zittingen, openbaarheid van uitspraken, goed klachtrecht en zicht op belangenverstrengeling (nevenfunctieregisters), maar in de praktijk wordt de rechterlijke macht gecontroleerd door de uitvoerende macht die rechterlijke macht organiseert, de nodige infrastructuur en middelen ter beschikking stelt.
Tot zover Wikipedia.
Korpschef Welten heeft dus figuurlijk meerdere petten. Hij is mens, leidinggevende en functionaris. In al die hoedanigheden wil hij de vrijheid van de mens waarborgen dus ook van de boerkadrager. Het dragen van een boerka heeft een aspect van vrijheid en van onvrijheid voor zowel de drager als voor de omgeving. Mensen in Nederland zijn vrij om zich te kleden zoals zij willen. Vrouwen in boerka willen zich alzo vrijwaren van mannelijke aandacht, maar trekken door de uitzondering van de dracht alle aandacht. Omdat niet gemakkelijk is vast te stellen of de drager een man of een vrouw is (identificatie), is in verdachte omstandigheden moeilijk te bepalen of de drager goedschiks of kwaadschiks is. Verder zijn veel rechtgeaarde Nederlanders van mening dat het voorschrijven door een religieuze instituten van bepaalde kleding strijdig is met de menselijke behoefte aan vrijheid en gelijkheid.
Het dilemma voor een politieagent is dus of hij de vrijheid van de boerkadrager het beste dient door de wet te handhaven dat het zou kunnen verbieden om een boerka te dragen of door de drager met rust te laten.
Welten kiest voor de vlucht vooruit door de discussie te starten en aan te kondigen dat hij onder de wet handhaven niet verstaat om boerkadragers te arresteren maar hen door zijn dienders hoogstens aan te laten spreken. En daarmee blijft Welten binnen de vrije grenzen van zijn functie want een politieagent kan kiezen of hij een wetsovertreder aanspreekt, beboet of arresteert. Ook houdt hij het gesprek tussen culturen op gang, tenzij dit niet op gelijkwaardige toon wordt gevoerd. En daarbij ligt de verantwoordelijkheid bij twee partijen in uniform (boerka en politiepak).
N.B. Ook het dragen van bivakmuts en integraalhelm valt het onder boerkaverbod.
De rechterlijke macht controleert vervolgens de uitvoering van wetten en regelgeving, en arbitreert bij conflicten tussen de machten. De rechterlijke macht zelf zou volgens de grondprincipes van de Trias kunnen worden gecontroleerd door middel van openbaarheid van zittingen, openbaarheid van uitspraken, goed klachtrecht en zicht op belangenverstrengeling (nevenfunctieregisters), maar in de praktijk wordt de rechterlijke macht gecontroleerd door de uitvoerende macht die rechterlijke macht organiseert, de nodige infrastructuur en middelen ter beschikking stelt.
Tot zover Wikipedia.
Korpschef Welten heeft dus figuurlijk meerdere petten. Hij is mens, leidinggevende en functionaris. In al die hoedanigheden wil hij de vrijheid van de mens waarborgen dus ook van de boerkadrager. Het dragen van een boerka heeft een aspect van vrijheid en van onvrijheid voor zowel de drager als voor de omgeving. Mensen in Nederland zijn vrij om zich te kleden zoals zij willen. Vrouwen in boerka willen zich alzo vrijwaren van mannelijke aandacht, maar trekken door de uitzondering van de dracht alle aandacht. Omdat niet gemakkelijk is vast te stellen of de drager een man of een vrouw is (identificatie), is in verdachte omstandigheden moeilijk te bepalen of de drager goedschiks of kwaadschiks is. Verder zijn veel rechtgeaarde Nederlanders van mening dat het voorschrijven door een religieuze instituten van bepaalde kleding strijdig is met de menselijke behoefte aan vrijheid en gelijkheid.
Het dilemma voor een politieagent is dus of hij de vrijheid van de boerkadrager het beste dient door de wet te handhaven dat het zou kunnen verbieden om een boerka te dragen of door de drager met rust te laten.
Welten kiest voor de vlucht vooruit door de discussie te starten en aan te kondigen dat hij onder de wet handhaven niet verstaat om boerkadragers te arresteren maar hen door zijn dienders hoogstens aan te laten spreken. En daarmee blijft Welten binnen de vrije grenzen van zijn functie want een politieagent kan kiezen of hij een wetsovertreder aanspreekt, beboet of arresteert. Ook houdt hij het gesprek tussen culturen op gang, tenzij dit niet op gelijkwaardige toon wordt gevoerd. En daarbij ligt de verantwoordelijkheid bij twee partijen in uniform (boerka en politiepak).
N.B. Ook het dragen van bivakmuts en integraalhelm valt het onder boerkaverbod.