Wanneer het leven je ontglipt

Voorouders, denkers, dromers, werkers;
zij hebben paden gebaand,
oorlogen doorstaan,
systemen omvergetrokken,
zodat wij vrijer konden leven.
En toch is er naast die vrijheid
iets anders meegekomen:
een stille leegte,
alsof het gemak waarmee we nu ademen
ons vervreemdt van de reden waarom.
Dankbaarheid is niet altijd vanzelfsprekend
wanneer je de bron van het offer niet kent.
En zo begint het zoeken:
naar betekenis
in een leven dat alles lijkt te bieden
behalve houvast
Wanneer het leven zijn gelaat afwendt
en je met lege handen laat staan,
wanneer de zin lijkt opgelost
in een mist van toevalligheden,
blijf dan staan.
Niet om te vechten.
Niet om te vluchten.
Maar om te zien.
Zie hoe alles beweegt:
de wolken, gedachten, je adem.
Je hoeft niet alles te begrijpen.
Soms is begrijpen het probleem.
Laozi zou zeggen:
word als water,
door niets vast te houden
vind je je bedding vanzelf.
Camus knikt:
ja, het leven is absurd,
maar daarbinnen kun jij kiezen
voor waardigheid,
voor teder verzet.
Viktor Frankl fluistert:
je hebt niet alles in de hand,
maar je hebt altijd
de vrijheid om liefdevol te antwoorden
op wat je overkomt.
Nietzsche voegt toe:
zeg ja, ook tegen dit,
juist tegen dit.
Laat zelfs het misnoegen
een uitdrukking zijn van jouw kracht.
En Simone Weil kijkt zwijgend toe,
aandachtig.
Want wie stil durft te zijn bij wat pijnlijk is,
ontdekt een geheim:
niet alles hoeft opgelost.
Soms vraagt het leven alleen
of je aanwezig wilt zijn.
Zo komt het leven,
onbegrijpelijk en vreemd,
toch weer bij je terug.
Niet als iets dat jij bezit,
maar als iets dat jou vertrouwt.
En intussen,
terwijl jij luistert en wacht,
spreken anderen met jou mee.
Want het gesprek met het ongrijpbare leven
kent vele stemmen.
Soms is één daarvan de jouwe.