De inschatting van de waarheid is persoonlijk.

Denk zelf en durf te twijfelen
Posts tonen met het label boek. Alle posts tonen
Posts tonen met het label boek. Alle posts tonen

Balans erkenning van jezelf en ander

Heling van jezelf en elkaar

Beschadigd zijn betekent niet meer heel zijn. Veel mensen zijn niet helemaal heel, vaak om niet zo dramatische redenen, maar toch is er een gat tussen wie ze zouden kunnen zijn en hoe zij zich laten zien aan de buitenwereld.
Wie je bent, is deels hoe je je toont en hoe de ander jou ziet. Maar er is ook een gedeelte dat niet wordt gedeeld of zelfs niet gekend is. Integriteit (heelheid) heeft te maken met de aansluiting of verbinding tussen dat verborgen deel en het deel dat de buitenwereld getoond wordt. Die mens die bereid is om zich volledig te laten zien, transparant is, is integer. Let wel, die bereidheid is geen verplichting, maar is een mogelijkheid en kan een keuze zijn.
De behoefte aan erkenning wordt niet definitief bevredigd door die buiten jezelf te zoeken. Je moet durf hebben om naar het onbekende deel van jezelf te kijken en de kloof, die nog zonder overbrugging is, te erkennen. Om nog beter te weten wat dat onbekende of ontbrekende deel is, moet je je ermee oefenen, zodat je ervaring opdoet.
Stel jezelf voortdurend de volgende vier vragen.
Fysiek, neem je de signalen van jouw lichaam serieus?
Emotioneel, laat je alle gevoelens toe, maar maak je ze niet te groot?
Rationeel, ben je eerlijk en volledig, laat je twijfel toe?
Spiritueel, laat je open dat er meer is dan wat je kunt weten via de vorige niveaus en laat je dat ook toe tot jouw bewustzijn?

Samengevat: ben je op alle vier terreinen in balans? Erkenning van jezelf en acceptatie van jouw schaduwkant maakt het gemakkelijker om de ander ook te erkennen en zo bij te dragen aan het helen van de ander.

Padwerk

Padwerk is een holistische visie op de mens die een verbinding vormt tussen psychologie en meditatie.
Padwerk maakt schadelijke en negatieve (karakter)trekken bewuster, waardoor je merkt hoe deze eigenschappen je leven moeilijker maken dan nodig is. Pas dan zul je echt gemotiveerd zijn om ze los te laten: het gedrag, de gedachten en de emoties die je geluk in de weg staan. Je zult profijt hebben van de Padwerk lezingen doordat je leert eerlijk te zijn over jezelf, meer is er niet nodig. Niets zal jou en je omgeving meer opleveren dan je eerlijkheid.

Het doel van spirituele ontwikkeling is om het lager zelf om te vormen in het hoger zelf. Het lager zelf bestaat uit tekortkomingen, zwaktes, onwetendheid en luiheid. Het lager zelf heeft er een hekel aan zichzelf te veranderen. Het heeft een sterke, eigengereide wil en wil zijn zin krijgen zonder daarvoor een redelijke prijs te betalen. Het lager zelf is trots, egoïstisch en ijdel.

Het masker ontwikkelt zich als je beseft dat het volgen van je lager zelf je in problemen brengt en je ongeliefd maakt.
Tot zover de site van Padwerk.

Voor het ontwikkelen vanuit een lager zelf naar een hoger zelf is onder meer het vrij stromen van liefde, eerlijkheid en lef nodig. Niemand weet goed wat de gevolgen zijn als je zwakheden accepteert en jouw kwetsbare kant laat zien aan anderen.
De afstand tussen lager en hoger zelf kan worden ervaren als een kloof. Het loslaten van de veilige positie achter een masker en de sprong in de kloof tussen jezelf afschermen en je jezelf tonen, wordt mooi gevisualiseerd door de Zen Tarot kaart (0 - The Fool).

"Moment to moment, and with every step, the Fool leaves the past behind. He carries nothing more than his purity, innocence and trust, symbolized by the white rose in his hand. The pattern on his waistcoat contains the colors of all four elements of the tarot, indicating that he is in harmony with all that surrounds him. His intuition is functioning at its peak. At this moment the Fool has the support of the universe to make this jump into the unknown. Adventures await him in the river of life".

Het is belangrijk om te onthouden dat de Tarot-kaarten geen magische oplossingen bieden voor je problemen, maar eerder een manier zijn om jezelf beter te leren kennen en je perspectief te verbreden.

Wanneer je het binnen jezelf zoekt en eventueel wel die verandering aanbrengt die je nodig hebt om trots op jezelf te zijn, dan raak je niet meer van je stuk als een ander je geen erkenning geeft. Je bent autonoom geworden.

Hoe kan het dat mensen niet vanzelf erkenning vinden?

De wet van behoud van behoefte aan erkenning.

Het is van alle tijden en generaties dat kinderen het gevaar lopen in hun psychologische ontwikkeling beschadigd te worden. Vroeger werd dit gevaar door sociale ongelijkheid (discriminatie, armoede) nog versterkt.
Of een kind beschadigd raakt is ook afhankelijk van toeval. Sommige combinaties van karaktertrekken van kinderen en ouders zijn stroever dan andere. Sommige ouders stapelen fout op fout tot de weerstand van het kind breekt.
De volwassenen die ontsnappen aan de potentiële schade in hun kindertijd zijn beter in staat om onvoorwaardelijk liefde te geven. Kinderen die geen onvoorwaardelijke liefde krijgen, zullen lang de behoefte houden aan erkenning.
Erkenning is geaccepteerd worden door jezelf of anderen. Erkenning heeft een dubbele laag: een laag is de juridische erkenning van een kind door de vader. In psychologische zin gaat het om de erkenning van een kind door de ouder.
Voor de babyboom generatie was erkenning niet vanzelfsprekend. Veel ouders met grote gezinnen, zelf psychologisch gehavend opgegroeid in een groot gezin, vonden het maar wat gemakkelijk om hun kinderen wat onzeker te houden door spaarzaam te zijn met erkenning. Ze waren bang om hun kinderen te verwennen om te voorkomen dat zij verwaand zouden worden. Zij stonden daarin niet alleen. Onderwijzers, geestelijken, werkgevers deden het ook. Zij hadden belang in een onzekere ondergeschikte.
Het risico was dat die kinderen later een partner zouden kiezen waarvan ze onbewust hoopten de gemiste erkenning alsnog te krijgen. Omdat partners zich niet van de onuitgesproken wens tot erkenning bewust waren, gaven ze die soms ook niet duidelijk. Gevolg is dan dat de partner een gevoel krijgt dat hij of zij het nooit goed doet. Een scheiding is het gevolg en met een nieuwe partner begint het spel van voren af aan.
De herkenning van de behoefte aan erkenning is cruciaal in het bevredigen van de behoefte daaraan.
Gemeenschappelijk door de eeuwen en over de generaties heen is gebrek aan aandacht. Had men het vroeger te druk door de grootte van het gezin, tegenwoordig is er weinig aandacht voor kinderen door werkdruk of een veelheid aan andere zaken die de aandacht van de ouders trekken.

Wat wel veranderd is, is dat de samenleving losser is geworden. Mensen zijn minder afhankelijk van partner of werkgever. Men wisselt makkelijker. Met dat gemak is ook het belang van erkenning via die band verminderd.
Een deel van de huidige generatie met kleine kinderen is doorgeschoten naar de andere kant. Zij zoeken erkenning bij hun kinderen. Het behoeft geen betoog dat dat geen goede zaak is.
Kinderen onder elkaar kunnen elkaar maken of breken. Zij kunnen de behoefte aan erkenning compenseren die ouderen niet voldeden. Zij kunnen ook door een harde afwijzing en ontkenning of door negeren de onzekerheid groter maken.
Kinderen die het geluk hebben de juiste boeken te lezen of tegenwoordig de juiste Internetsites te bezoeken, kunnen op die manier nog schade door gebrek aan erkenning of juiste aandacht beperken.
Sommige kinderen groeien op voor de BV ik zonder een gezonde balans in het omgaan met hun ego.
Grenzeloze generatie (bol.com).

Filosofie van het niet moeten

In potentie

Wanneer iemand heel machtig is, dan maakt het zich niet laten gelden hem sympathiek. Hooguit toont hij zijn macht wanneer het echt nodig is.
Deze levenshouding zou een uitwerking kunnen zijn van de Italiaanse filosoof Giorgio Agamben.
Voor Agamben is het leven een pure potentialiteit. Potentialiteit wordt conventioneel begrepen als datgene wat tegengesteld is aan de actualiteit. Hij verwijst naar het begrip potentie bij Aristoteles. De potentie die als potentie bestaat, is voor Agamben het vermogen om niet over te gaan naar actualiteit, om niet (te doen of te zijn), een aanwezigheid van een afwezigheid of een onvermogen (adunamia) te zijn. Bestaande potentie bevat daarom de kracht van de negatie.

Wanneer kinderen die gepest worden op school naar een school voor vechtsport worden gestuurd om zich te leren verdedigen (potentialiteit) dan worden zij gevormd door de leraar om te leren om terug te vechten wanneer zij worden aangevallen. Een beetje goede school leert hen van die vaardigheid maar spaarzaam gebruik te maken buiten de schoolmuren. Ze worden niet geacht door te slaan in kinderen die op hun beurt andere kinderen gaan pesten.
Op niveau van de samenleving geldt iets soortgelijks. We hebben een leger om anderen af te schrikken (potentialiteit) en niet om het gebied van invloed uit te breiden. En of binnen de NAVO alle landen er zo in zitten is niet duidelijk en ook van Poetin is niet goed bekend wat hem echt motiveert. Liever Agamben dan Machiavelli.
Ook de overheid heeft nog niet overtuigend bewezen dat zij handelt in belang van de burger. Burgerrechten worden verkleind ten faveure van de veiligheid en economische zekerheid wordt eerder gegarandeerd voor sterke partijen in de markt in de hoop dat dit banen en economische groei (potentialiteit) oplevert.
Andere voorbeelden zijn de handhavende macht van een politie agent en het individu dat zich realiseert dat hij goede redenen heeft om kwaad te worden maar zichzelf niet verliest in emotie. Meer in het algemeen: "spreken is zilver, zwijgen is goud".

Op Wikipedia valt dit over Agamben te lezen.
Agambens stijl is zowel aantrekkelijk als ontoegankelijk. Hij is een radicaal filosoof die zich niet laat weerhouden door intellectuele hekjes van rechts of links. Agamben confronteert de maatschappelijke consensus graag met het tegendeel ervan: Auschwitz is geen uitzondering, de democratie verschilt in wezen niet veel van haar tegenpolen: het communisme en het fascisme. Zijn manier van filosoferen ligt in de lijn van Nietzsche in die zin dat vanuit een onderzoek naar de wortels van de westerse cultuur, haar ‘heilige koeien’ genadeloos aan de kaak worden gesteld. Zo beschrijft hij de huidige democratie als in verval, en verschuivend richting een ‘post democratische spektakelmaatschappij’.

In Filosofie Magazine, werd december 2014 over Agamben geschreven.
Het grondbegrip van Giorgio Agamben is dat van de potentialiteit, oftewel het mogelijk-zijn, wat duidt op het open, grondeloze en onbepaalde karakter van het menselijke zijn. De mens en het menselijk bestaan hebben volgens Agamben geen enkel doel en roeping die gerealiseerd zou moeten worden, noch historisch, noch spiritueel, noch biologisch. Het enige wat mensen hoeven te doen is hun eigen bestaan als mogelijkheid te leven; dat betekent voor hem vooral ook de mogelijkheid om dingen niet te verwezenlijken.
Die potentialiteit relateert Agamben ook aan de notie van kindheid of infantia (niet-sprekend), die het hart van de menselijke ervaring uitmaakt.
Tot zover FM.

Over een van zijn boeken wordt het volgende geschreven.
In Homo sacer behandelt de Italiaanse filosoof Giorgio Agamben de relatie tussen politiek en leven. In het oude Romeinse recht was de homo sacer een mens die door iedereen straffeloos gedood mocht worden. Hij werd buiten het menselijke én het goddelijke recht geplaatst. De homo sacer markeert de grens tussen het burgerrechtelijke leven en het naakte, onbeschermde leven. Dit leven op de grens, in een niemandsland, biedt Agamben de sleutel voor een kritische analyse van de westerse politieke traditie, waarin het leven de inzet van de politiek is geworden en de politiek veranderd is in biopolitiek. Aan de hand van de relatie tussen het naakte leven en de soevereine macht - van Aristoteles via de Verklaring van de Rechten van de Mens tot aan Auschwitz - presenteert de auteur het concentratiekamp als het paradigma van de moderne tijd. Het kamp blijkt de ruimte te zijn waarin regel en uitzondering, leven en dood niet meer van elkaar te onderscheiden zijn.
Tot zover de boekbeschrijving.

Homo Sacer, de sovereine macht en het naakte leven (bol.com).

Weten wanneer te stoppen

De manier waarop westerse politici omgaan met spanningen in het Midden Oosten zou kunnen worden gezien in het licht van Agamben’s waarschuwing voor biopolitiek. Maar het voorbeeld van het concentratiekamp als paradigma van de moderne tijd kan veel beter worden ingeruild door het voorbeeld van de megastal. Binnen de bio-industrie heeft het dier de rol gekregen van de homo sacer: een wezen dat straffeloos gedood mag worden.
Dan kan de oproep van Agamben om de potentialiteit van deze vergelijking niet om te zetten in actualiteit ook worden toegepast op dierenactivisten die op een gemakzuchtige manier deze vergelijking inzetten om mensen te dwingen na te denken over dierenrechten.
Een noodzaak om misbruik te begrenzen ligt in vele relaties tussen het naakte leven en soevereine macht. Het is te vinden in alle relaties waarbij de mens van de natuur, het milieu en dieren gebruik maakt om verder te gaan dan gezond is voor het voortbestaan. We zouden moeten weten wanneer de grens bereikt is en wanneer het chiquer is om te realiseren dat potentie om uit te putten beter kan worden omgezet in stoppen.
Het zou helemaal in de notie van gemeenschap van Agamben passen omdat hij oproept tot samenleven zonder dit te baseren op criteria van gemeenschappelijkheid. Dus om in de samenleving het delen van samenzijn niet meer in te richten ten faveure van een bepaalde afkomst, natie, religie of ras. Dan blijft er ook ruimte voor dieren over.

Waarheid wordt door de mens gemaakt

In de geschiedenis is de manier waarop tegen waarheid werd aangekeken aan verandering onderhevig.

Rob Wijnberg schrijft voor de Correspondent. Een citaat uit een artikel over zijn analyse van de tijdgeest.
Is dit het tijdperk van globalisering, verdwijnende grenzen en Europese integratie? Of juist van groeiend nationalisme, immigratiebeperking en eigen land eerst? Is dit de tijd van multinationals, het grootkapitaal en de 1 procent? Of juist van de start-up, crowdfunding en de 99 procent? Is het de tijd van revolutie, opstand en protest? Of juist van technocratie, onverschilligheid en apathie? Is dit de tijd van duurzaam, ambachtelijk en lokaal? Of juist van fossiel, massaproductie en outsourcing?
Misschien is het antwoord wel: het is de tijd van al deze dingen tegelijk.

Het fenomeen public relations (pr) raakte geïnstitutionaliseerd en zou in enkele decennia uitgroeien tot een van de grootste en meest invloedrijke industrieën in de westerse wereld (alleen al de reclametak is anno 2014 goed voor 500 miljard dollar omzet per jaar).
Communicatiestrategen, pr-medewerkers, spindoctors, marketeers en reclamemakers werden de allesbepalende architecten van onze informatievoorziening. Nagenoeg alle belangrijke informatiestromen − van nieuws tot politiek tot wetenschap tot kunst − raakten onderhevig aan de wetten van de pr: afstemming op doelgroepen en beoordeling op bereik en rendement.

Waarheid als product reduceert alles − van politiek tot informatie tot wetenschap tot onderwijs tot kunst − tot een vorm van behoeftebevrediging zonder onderliggend doel.
Het maakt van politiek een ‘pitch’, van informatie een ‘format’; van kunst een ‘concept’, van onderwijs een ‘formule’. Niet om te overtuigen, te informeren, aan het denken te zetten of te leren, maar om ‘te bevredigen’.
Hierin schuilt, volgens mij, de kern van onze tijd. Het verklaart waarom de meeste politieke partijen nauwelijks nog van elkaar verschillen, behalve in koopkrachtplaatjes. Het verklaart waarom onderwijsinstellingen zijn uitgegroeid tot diplomafabrieken op zoek naar de hoogste score in de ‘rankings’. Het verklaart waarom solidariteit afbrokkelt en winstbejag op korte termijn regeert.
En, het verklaart waarom 80 procent van de (westerse) burgers zo tevreden is met het eigen leven en een even groot percentage zo bezorgd over de samenleving als geheel: onze behoeften worden ruimschoots bevredigd, maar we hebben nauwelijks een idee van het waarom en waartoe.

Het hele artikel lezen? Klik op: de correspondent.


Politici laten kiezers hun eigen mening consumeren en Google past zijn zoekresultaten aan aan het profiel van de zoeker. Iets soortgelijks geldt voor de media, de kunst, het onderwijs en de wetenschap.

Omdat zoveel mensen spelen met de waarheid en omdat het onmogelijk een objectieve waarheid te verkondigen draait schrijfster Sarah Gagestein het om. Zij stelt:
"door in te spelen op beelden waarin we geloven en door ideeën slim te framen kun je net als succesvolle politici en reclamemakers andere mensen onzichtbaar overtuigen. Maak zonder manipulatie jouw boodschap zo herkenbaar dat ze het direct met je eens zijn".

De psychologie van onzichtbaar overtuigen met framing (bol.com).

Framing is niet gemakkelijk, het gaat ook vaak mis, denk aan Balkenende's oproep tot wat meer VOC-mentaliteit. De Verenigde Oost-Indische Compagnie stond niet alleen voor verkenning en ondernemerschap, het stond ook voor slavenarbeid en uitbuiting.

Gagestein's vuistregels zijn de volgende.
  1. eerst waarden, dan woorden en beelden
  2. wees duidelijk en kies voor eenvoud
  3. een zwarte lijst leert jouw foute woorden snel af
  4. wees consistent en hou vol
  5. heb lol in het spel van framen.

Volgens Gagestein hoef je je over jouw integriteit geen zorgen te maken, zolang je frames dicht bij je eigen overtuigingen houdt. 

Weer anders wordt het wanneer Kunstmatige Intelligentie (AI) wordt ingezet om de waarheid te manipuleren. Het leidt tot nieuwe gewetensvragen.

Drogredeneringen bij de ontkenning van de vrije wil

Henk Müller is opinieredacteur van de Volkskrant. Hij interviewt associate professor wetenschapsfilosofie Herman de Regt over diens radicaal determinisme. Dat houdt in dat de Regt van mening is dat de vrije wil niet bestaat en dat “iemand die nu een moord pleegt, niet schuldig is”.

Müller. U gelooft niet in de vrije wil en u wilt daarom ook een ander rechtssysteem.
De Regt. 'Klopt, ik ben wat ze in filosofisch jargon een 'harde determinist' noemen, iemand die op basis van onze wetenschappelijke kennis inziet dat de vrije wil een illusie is omdat alle gevolgen een oorzaak hebben'.

De redenatie dat de vrije wil een illusie is omdat alle gevolgen een oorzaak hebben is een drogredenering. De drogreden heet een “non sequitur”. De conclusie volgt niet redelijkerwijs uit de argumenten.

Müller. Ja hè, hè, daar hoef je geen filosoof voor te zijn.
De Regt. 'Oorzaken en gevolgen vormen een lange keten die bij wijze van spreken teruggaat tot de oerknal. Iemand die nu een moord pleegt, is niet schuldig maar staat simpelweg aan het eind van zo'n keten van oorzaken en gevolgen, waarover hij verder niets te zeggen had'.

De drogreden is “Post hoc ergo propter hoc”. Er wordt ten onrechte een verband gelegd tussen 2 opeenvolgende gebeurtenissen. Vanuit het heden is het verleden ver terug te reconstrueren, maar de toekomst is tegenwoordig steeds minder goed te voorspellen. Gebeurtenissen in de toekomst zullen pas achteraf te verklaren zijn als een keten. We kunnen door keuzes te maken verschillende paden volgen, waarbij we die keuzes kunnen laten bepalen door het volgen van wetmatigheden of verzet er tegen.

Müller. Ik vind het ook knap eng dat een hele nieuwe generatie leerlingen met uw ideeën wordt opgevoed: dat mensen geen keuzevrijheid hebben en geen verantwoording hoeven af te leggen.
De Regt. 'In uw krant woedt daar al een debat over en ik noem dat een morele veenbrand. Als die ideeën algemeen worden, zal dat een enorme impact hebben op de manier waarop we mensen straffen, wat we onder verantwoordelijkheid verstaan. Ons rechtssysteem is gebaseerd op de achterhaalde voorstelling dat een mens een vrije wil heeft. Zoals we het gevoel hebben dat de zon ondergaat, terwijl we weten dat het aardoppervlak wegdraait van de zon, zo hebben we het idee van een vrije wil, terwijl we weten dat ons gedrag wetmatig is gedetermineerd. We voelen dat gewoon zo. We weten nog niet waar dat vandaan komt, maar we kunnen wel snappen dat het een illusie is. Hans Klok goochelt meisjes weg, we zijn verbaasd, maar we weten dat het een truc is. Ik wil ons rechtssysteem niet baseren op een illusie, daarom moeten we de grondslag ervan herzien'.

Ook hier een drogredenering, de zogenaamde verkeerde vergelijking. Iemand die van deze drogreden gebruik maakt vergelijkt 2 dingen met elkaar die helemaal niet met elkaar vergeleken kunnen worden, ‘appels met peren vergelijken’. Het vergelijken van het denken over de vrije wil met het denken over het draaien van de aarde om de zon of met een goocheltruc is een verkeerde vergelijking. Het eerste heeft met verantwoording te maken, het tweede niet. En het afleggen van verantwoording is kenmerkend voor de rechtsspraak.

Tot zover het interview. Ondanks de drogredeneringen is de visie van Herman de Regt natuurlijk wel iets om over na te gaan denken.

De boeken van Herman de Regt via bol.com.

Een oplossing voor het zwart-wit denken over het wel of niet bestaan van de vrije wil is om in plaats van “of-of” meer te denken in “en-en”. Je kunt goed beredeneren dat de kans groot is dat een deel van onze beslissingen en gedrag bepaald wordt door onbewuste processen in de hersenen. Maar een kans is per definitie nog geen 100% zekerheid en daarmee een feit of vaststelling.
Belangrijk is ook om onderscheid te maken tussen vrijheid en vrije wil. Beiden spelen niet op hetzelfde niveau.
Tenslotte is er een gelaagdheid te onderscheiden in de motivaties voor ons gedrag. Een deel van ons bewustzijn wordt gevoed door instinct en ander deel door redeneren en weer een ander deel door intuïtie. Een groot deel van de oorsprong van de bewustzijn heeft een lichamelijke component (zelfs genetisch) en klein deel is minder goed te (be)grijpen in taal en tekst.

Tenslotte is het fenomeen dat we ons gemakkelijk kunnen laten beïnvloeden tot onjuiste beslissingen irrelevant voor het wel of niet bestaan van de vrije wil.

De balans tussen geven en nemen als pad naar succes

Suzanne Weusten schrijft in haar boekbespreking in de Volkskrant het volgende.
Grants credo blinkt uit door eenvoud en focus. 'Wees behulpzaam', houdt Adam Grant zijn studenten, collega's en opdrachtgevers voor. Voor succes in je werk is meer nodig dan een combinatie van hard werken, talent en geluk. Succes is sterk afhankelijk van de manier waarop je met andere mensen omgaat. Hoe? Door te geven in plaats van te nemen, door te luisteren in plaats van te praten, door advies te vragen in plaats van jezelf te promoten, door dienstbaar en aardig te zijn. Nice guys finish first.

Een gevende stijl kan tot succes leiden, maar ook tot een beroerde positie. Wie altijd alles voor een ander over heeft, kan een voetveeg worden en opgebrand raken, maar ook een succesvolle werknemer. Gevers blijken bovendien nauwkeuriger en creatiever in hun besluiten dan nemers.

Aan de details zie je of een leider een nemer of een gever is, vertelt Adam Grant op YouTube.

Geven en nemen, de verborgen dynamiek van succes (bol.com).

Blik verruimen door het geheel te zien

Een dyade is een groep bestaande uit twee personen. Zij is de kleinst mogelijke sociologische eenheid waarbij sprake kan zijn van interactie. Extra interactie kan komen door een derde persoon, maar ook door abstracte begrippen als "beide tegelijk" of zelfs een negatie.
Tussen de drie personen van een triade zijn drie relaties mogelijk. Hoewel hier net als in de dyade sprake is van een beperkte groepscomplexiteit en een sterke sociale controle, kan een persoon deze groep niet meer volledig controleren. Hierdoor krijgt de groep een autonomie die de dyade niet heeft. Een voorbeeld is trias politica: de scheiding der machten in onze rechtstaat in wetgevend, uitvoerend en controlerend (rechtelijk). Zie ook drie-deling en drie-eenheid.

Dyades en triades worden door Neale Donald Walsch gebruikt voor het aanduiden van uitersten en hun balans.

Hij schrijft in zijn nieuwste boek “Storm voor de Stilte”: wanneer we triades zien, wanneer we zien mannen-vrouwen-beide, groot-klein-beide, boven-onder-beide, snel-langzaam-beide, goed-slecht-beide, enz., dan realiseren we ons dat terwijl een ding ofwel goed ofwel slecht lijkt te zijn, het in werkelijkheid beide is op hetzelfde moment, wat alles bij elkaar genomen een derde iets is.
Het gaat erom de dyade bij elkaar (heel) te zien, in plaats van als afzonderlijke elementen. Belangrijke triade voor Walsch is lichaam, geest en ziel.
In termen van de triade van lichaam, geest en ziel gelooft Walsch dat er een hogere macht is die onze ziel voedt en ons in staat stelt om onze hoogste potentie te bereiken. Deze macht kan worden ervaren door middel van spirituele praktijken zoals meditatie, gebed en contemplatie.

Apofatische benadering van God

Volgens Walsch is de manier waarop het leven werkt het mogelijk maken van de ervaring van God door het mogelijk maken van het 'apofatisch' scheppen van de illusie van ‘niet-God’, door het produceren van een contextueel veld waarbinnen Godheid volledig in relatieve termen gerealiseerd kan worden. Dat is een moeilijke zin, waarmee Walsch bedoelt dat God niet alleen liefde, maar allereerst vrijheid is. We zijn allen een, maar ook individuen.
Onze wereld van dualiteit wordt gecreëerd door de realiteit van een drie-enige God, zodat God zelf zichzelf in zijn ervaring kan kennen. God is mens geworden en alle mensen vormen een eenheid met God en alles wat leeft is een uitdrukking van God.

Volgens Walsch is een belangrijke triade voor het ervaren van God de combinatie van liefde, macht en wijsheid. Deze drie aspecten vormen samen de basis van goddelijke creatie. Liefde is de kracht die alles verbindt, macht is de energie die alles doet ontstaan en wijsheid is de intelligentie die alles doordringt en begeleidt. Wanneer deze drie aspecten in balans zijn, kunnen we ons diepere connectie met de Goddelijke ervaren en ons leven vanuit deze verbinding leiden.
Macht is bedoeld om te scheppen en te manifesteren wat we willen in ons leven en in de wereld om ons heen. Het gaat om het erkennen en gebruiken van onze eigen innerlijke kracht om onze realiteit te vormen en te creëren.

De overtuiging dat we een eenheid vormen met God maakte dat Walsch alleen met zichzelf in gesprek hoefde te gaan om de boeken Gesprekken met God te schrijven. In Storm voor de stilte. Gesprekken met de mensheid roept Walsch de lezer op om onze identiteit als deel van God te accepteren en te realiseren. Daarbij is contact maken met de ziel de snelste weg tot God. Walsch doet hiervoor suggesties, wat overigens niet betekent dat het contact met de ziel afdwingbaar zou zijn. Daarin is niets nieuws onder de zon.

Bernadette Roberts (1931-2007) schreef het boek De ervaring van het niet-zelf. In het boek beschrijft ze de ervaring van het niet-zelf als een diepgaande spirituele ervaring waarin het individuele zelf volledig wordt overstegen en er een bewustzijn van eenheid en non-dualiteit ontstaat. Het is een ervaring waarin het gevoel van een afzonderlijk zelf, een ego, volledig oplost en er alleen nog maar een bewustzijn van zijn overblijft. Walsch spreekt over “niet-God”. Beide auteurs lijken te streven naar een soort virtuele ruimte waarin ze zichzelf kunnen observeren en begrijpen. Walsh spreekt over "niet-God" op een apofatische manier, wat betekent dat hij God benadert door te zeggen wat God niet is, in plaats van wat God wel is. Op dezelfde manier lijkt Roberts te streven naar een soort "niet-zelf", waarin ze zichzelf kan observeren en begrijpen zonder te worden beperkt door egoïsme en zelfgerichtheid. Het idee van Walsh dat God via Jezus mens is geworden, lijkt een poging om de kloof tussen God en mens te overbruggen en ons te helpen onszelf te transformeren. Dit kan worden gezien als een manier om ons te helpen onze eigen spirituele reis te maken en onze eigen "niet-zelf" en “niet-God” te ontdekken en te ervaren. Dichterbij kunnen we niet komen en dat is genoeg want deze grens garandeert onze evenwaardigheid en vrijheid. 

Boeddha

In de leer van Annata (letterlijk: niet zelf) verklaarde Boeddha dat in geen van de vijf onderdelen waaruit een mens bestaat, er zoiets te vinden is als een absoluut zelf. Deze vijf onderdelen werden door Boeddha Khandhas genoemd en zijn de volgende. 

  1. Vorm (Rupa): dit verwijst naar de fysieke aspecten van ons bestaan, zoals ons lichaam en de fysieke wereld om ons heen. 
  2. Gevoelens (Vedana): dit zijn de gewaarwordingen die we ervaren in reactie op zintuiglijke stimuli, zoals aangenaam, onaangenaam of neutraal. 
  3. Waarneming (Sanna): dit is het proces van het herkennen en interpreteren van zintuiglijke informatie, zoals het identificeren van een object dat we zien. 
  4. Mentale formaties (Sankhara): dit verwijst naar de mentale processen die ons handelen, spreken en denken beïnvloeden, zoals onze emoties, gedachten en motivaties. 
  5. Bewustzijn (Vijnana): dit is het bewustzijn of de perceptie van onze ervaringen en de wereld om ons heen.
Boeddha benadrukte dat niet alleen in ons ziel-geest-lichaam systeem er geen absoluut zelf te vinden is, maar dat er in de hele relatieve schepping – in het gehele veranderlijke Universum – geen onveranderlijk zelf te vinden is! Het is dus zaak om daar niet naar te (blijven) zoeken, maar te accepteren dat het Zelf veranderlijk is en is te ervaren in het geheel en daarmee in alles wat leeft.


Op basis van de laatste zin over de grens van de apofatische benadering beveel ik niet aan om het boek van Bernadette Roberts te gaan lezen.

Beelden Naast Elkaar, niemand hoeft te winnen

Het BNE-proces kunnen hanteren (Beelden Naast Elkaar).

In het boek Authentiek Leiderschap maakt Bas Blekkingh duidelijk dat het erg moeilijk is om over 'waarheden' te spreken als je beseft dat selectieve perceptie onze waarheden verdraait. We zijn als het ware voortdurend bezig onze onderlinge positie te vergelijken en te zoeken naar kansen om onze positie te verbeteren. En daardoor missen we andere kansen. Voor wie een evenwaardige verbinding wil heeft Blekkingh dit proces ontwikkeld.

Een citaat uit zijn boek.
Het is zeer belangrijk dit te beseffen, wil je goed met anderen kunnen communiceren. BNE staat voor Beelden Naast Elkaar en is in zes stappen het basis-ingrediënt voor dialogen, onderhandelingen, coachingsgesprekken, feedforward en omgaan met weerstand. Het BNE-proces houdt rekening met selectieve perceptie. Je kunt BNE als techniek inzetten, maar eigenlijk gaat het proces veel verder. BNE gaat uit van de overtuiging dat er altijd twee waarheden naast elkaar kunnen en mogen bestaan, ook als de waarheid van de ander haaks staat op jouw waarheid. Er zijn altijd meerdere mogelijkheden.

Ieder mens heeft de neiging om vooral bij een aanval in de verdediging te schieten of aan te vallen (flight or fight). In de communicatie komt het er dan op neer dat de winnaar degene is die het hardst zijn mening kan laten horen. En dat is ook het doel, dat er iemand moet winnen, jij of de ander. Het BNE-proces heeft niet als doel dat er iemand wint, maar dat de beste oplossing gevonden wordt. Het is belangrijk dat je deze techniek beheerst, zodat je controle hebt over het communicatieproces.

Stap 1. Beeld van de ander centraal stellen (doorvragen en actief luisteren).

Stap 2. Ontvangstbewijs (uitspreken dat je het begrijpt).

Stap 3. Antwoord (dit is mijn mening).

Stap 4. Vragen om een ontvangstbewijs.

Stap 5. Zoeken naar de beste oplossing.

Stap 6. Concrete afspraak maken.

Het slot is een concrete oplossing en een actie die uitgevoerd kan worden.

Tot zover Blekkingh.

Het uitgangspunt (bij BNB) is acceptatie dat iedereen projecteert en percipieert vanuit zijn eigen waarheid. Wie een optimale verbinding met een ander wil maken, laat eerst zien dat hij daarmee om kan gaan. Wie de functie van zijn ego niet goed kan hanteren, kan ook niet goed belemmeringen in een communicatie wegnemen. Het proces van verbeteren van de communicatie kun je zien als het doorlopen van een aantal schillen. Het is vorm van en-en-denken en enige afstand nemen van competitie, de wens om te winnen. Wie een strijd denkt te winnen, verliest de verbinding.

Authentiek leiderschap, ontdek en leef je missie (bol.com).

Onwil tot evenwaardigheid leidt tot frictie

De emanciperende wereld zit vol met ongelijke en veranderende verhoudingen: ouder-kind, leraar-leerling, werkgever-werknemer, en de meeste relaties hebben ook die kenmerken. Naarmate de kinderen ouder worden en mensen willen groeien in (werk)relatie kan er een competitie ontstaan met de ander waar je tegenop keek.
Mensen met een competitieve inslag, die vinden dat zij meer of beter zijn dan een ander, komen vroeg of laat in conflict met hun omgeving. Een ouder die te laat zijn oorspronkelijk erkende macht omzet in gezag krijgt spanningen met zijn puber. Partners die zich tot elkaar aangetrokken voelden vanuit speelse ongelijkheid stoten elkaar weer af nadat ze langere tijd met elkaar hebben opgetrokken en de nieuwigheid eraf is.
Wie twee magneten met dezelfde polen tegen elkaar aanhoudt, merkt dat zij elkaar afstoten. Houdt je de tegengestelde polen tegen elkaar aan, dan trekken ze elkaar aan.
Mensen zijn geen magneten, hoewel er treffende overeenkomsten zijn. Wanneer beiden te dicht bij elkaar komen met de verkeerde polen dan wordt de spanning voelbaar en gaan beiden zoeken naar een balans waarin ze weer in rust zijn.
Wie merkt dat hij in de nabijheid van een ander afstoting ervaart, zou zich kunnen afvragen of er gemeenschappelijke kenmerken zijn die leiden tot spanning. Die gemeenschappelijkheid kan alleen al zitten in de perceptie dat de ander zich meer of belangrijker voelt. Soms heeft dat een natuurlijke achtergrond. Wie als broer of zuster ouder is dan andere gezinsleden zal lange tijd in de illusie leven dat hij of zij verder is in levenservaring. Als het goed is verdwijnt dat verschil vanzelf wanneer ieder volwassen wordt. Maar wanneer er pijnlijke ervaringen in de jeugd zijn opgelopen of iemand wil zijn positie behouden dan verdwijnt de spanning niet vanzelf.

Volwassen mensen worden geacht in balans te zijn en zich evenwaardig te gedragen tegenover anderen. Maar niet iedereen is zich bewust van die vereiste of wat dit betekent.
Evenwaardigheid is iets anders dan gelijkwaardigheid of gelijkheid. Collega’s worden geacht onderling te erkennen dat zij verschillende rollen vervullen in een organisatie. Zij weten dat alle rollen belangrijk zijn en niet zonder elkaar kunnen. Wanneer je als leidinggevende voortdurend de baas wilt spelen, mis je de elementaire competentie om je evenwaardig op te stellen en dat gaat ten koste van de werksfeer.
De wil tot evenwaardigheid is nog geen garantie voor de praktijk. Onder druk willen we nog wel eens terugvallen in primitievere gedragsvormen. Dat geldt bijvoorbeeld voor volwassen gezinsleden bij wegvallen van de ouders, maar ook in het bedrijfsleven bij tegenvallende resultaten. Een leidinggevende met evenwaardige houding luistert naar zijn werknemers en geeft richting.



Cristien Brinkgreve: Het verlangen naar gezag; over vrijheid, gelijkheid en de behoefte aan houvast.

Gelijk hebben of gelijk krijgen: van polemiek naar dialoog

Allerlei vormen van interactie

Een discussie, afkomstig van het Latijnse woord dat uiteenslaan betekent, is een vorm van bespreking, zoals een gesprek of andere vorm van communicatie, tussen twee of meer partijen over een bepaald onderwerp, waarbij de partijen elkaar van een bepaald standpunt proberen te overtuigen. Met behulp van argumenten proberen de partijen elkaar te overtuigen om uiteindelijk tot een conclusie te komen waar alle partijen het mee eens zijn. Een partij kan dus zijn mening veranderen tijdens een discussie, en tevreden zijn met een alternatieve (tussen)oplossing, mits hier argumenten voor zijn gegeven.
Een debat, afkomstig van het Franse woord dat neerslaan betekent, is een discussievorm waarbij het de bedoeling is een stelling te verdedigen of juist te bestrijden. Kenmerkende elementen van het debat zijn: de stelling, het bestaan van een voor- en tegenstander van die stelling, een vooraf vastgesteld spreekregime (waarin zaken als spreekvolgorde, spreektijden en dergelijke worden vastgelegd) en een derde, beoogd onafhankelijke partij die beslist wie het betreffende debat gewonnen heeft.
Een polemiek, afkomstig van het Griekse woord dat oorlog voeren betekent, is een openlijk gevoerde pennenstrijd, die zich vaak afspeelt tussen vakgenoten.

Het zijn allemaal woorden die slaan op een onvriendelijke manier om gelijk te krijgen. Mooier zou een vorm zijn waarin vriendschappelijkheid, respect en goedheid een rol zou kunnen spelen. Die vorm kan een dialoog zijn.

Wat te doen en wat te laten in een dialoog


Een dialoog is een gesprek tussen twee of meer personen.
In het kleine en weinig kostende boekje Het oog kan zichzelf niet zien met als ondertitel "dialoog, de kunst van het samen denken" leggen Els ten Hengel en Jan Bommerez uit wat een dialoog is, wanneer je hem toepast en welke spelregels je in acht dient te nemen. Ze laten je zien dat je de dialoog kunt gebruiken om het potentieel van mensen, groepen en organisaties te exploreren en te benutten.
De juiste omstandigheden volgens hen om een dialoog te scheppen zijn de volgende.

Ga in een kring zitten.
Stel je oordeel uit.
Spreek reacties op anderen niet meteen uit.
Luister vooral.
Wees op je gemak met stilte.
Spreek vanuit je hart.
Wees verantwoordelijk voor het proces.
Je voert een dialoog om te leren.
Voel je niet meer of minder dan een ander.
Verlang niet naar een specifieke uitkomst.
Heb geduld met het proces.


Een extraverte manier om stilte te promoten

De introverte Susan Cain heeft een boek geschreven over de introverte mens die naar rust verlangt. Op Ted.com legt ze op een extraverte manier uit wat haar ervaringen waren met groepsdruk op een zomerkamp. Ze wilde samen met haar vriendinnen gaan lezen, maar in werkelijkheid drukten de extraverte vriendinnen een stempel op de groep die het haar “onmogelijk” maakte om zich terug te trekken.
Zij pleit voor een balans tussen beide extremen, een soort ”androvert”.

Bij de beschrijving van haar boek “Stil. (bol.com)”.

Minstens een derde van de mensen die we kennen is introvert. Dat zijn diegenen die de voorkeur geven aan luisteren boven praten; die nieuwe dingen uitvinden en creëren maar liever niet hun eigen ideeën pitchen. Introverte mensen hebben het moeilijk in een concurrentiemaatschappij waarin extraversie als de norm beschouwd wordt. Stil behelst een vurig pleidooi vóór introversie, gebaseerd op grondig onderzoek en uit het leven gegrepen verhalen van echte mensen onder wie de auteur zelf. Susan Cain laat zien hoe introverten in onze maatschappij stelselmatig onderschat worden en toont haarscherp de voordelen aan van stil zijn in een wereld vol lawaai.

Liefde is ...

LIEFDE


Heeft niets te maken met iemand anders.

Het is jouw zijnstoestand.

Liefde is niet een verhouding.

Een verhouding is mogelijk.

maar liefde is er niet toe beperkt.

Het staat er boven.

Het is meer dan dat.

Een mens wordt volwassen.

zodra hij begint lief te hebben in plaats van nodig te hebben.

Hij begint over te stromen met anderen te delen.

Hij gaat geven .

En als twee volwassen mensen elkaar liefhebben voltrekt zich één van de grootste paradoxen in het leven,

één van de mooiste verschijnselen.

Ze zijn samen en toch volkomen alleen.

Ze zijn bijna één

maar hun eenheid

vernietigt niet hun individualiteit

Osho (zie video).



Ester Perel: een erotisch paar kan zowel verbinding als vrijheid ervaren. ‘Fire needs air’. Het gaat hier om een paradox die je moet managen. De een heeft meer behoefte aan verbinding, de ander meer aan vrijheid. Maar de vrijheid, het los zijn van de ander is een essentiële voorwaarde voor de begeerte. Dit is de dialectiek; ‘attachment is a condition for separateness’.

Dansen in balans

Verbinden door taal of dans?

In Happinez nr 7 (2012) een interview met Lynne McTaggart.
McTaggart heeft een boek geschreven over 'Verbinding'. Ze roept op om je allereerst te verplaatsen in een ander en alzo te ontdekken dat er meer versies van de werkelijkheid zijn. Het gaat haar om de intentie om er voor anderen te willen zijn. Een beetje een valkuil van haar opvatting is dat je jouw schaduwkant negeert. Dan is de balans zoek.
In hetzelfde nummer een column van Tijn Touber, die wat meer balans brengt in het omgaan met positieve gedachten. Touber had al eens bij zijn spoedcursus 'Verlichting' geschreven:
“hoe meer liefde, compassie, wijsheid en stilte je verzamelt, hoe meer je in staat bent om haat, teleurstelling, afgunst, angst en vredeloosheid onder ogen te zien. Als er één ding is dat ik de afgelopen jaren heb geleerd, dan is het dat je niet naar het licht kunt als je je schaduw niet meeneemt – simpelweg omdat je nooit een heel mens zult zijn”.
In Happinez pleit hij voor een volgende stap in ontwikkeling: leven in de “tweeheid”, wat niet hetzelfde is als leven in de dualiteit. “Wie in tweeheid leeft, kan als een toeschouwer kijken naar de dualiteit zonder erin verstrikt te raken. Gedachten, emoties, ideeën en problemen worden gerelativeerd, waardoor je ze kunt omarmen en een plek kunt geven”.
Michel De Bodt schrijft "Nietzsche omschrijft mentale processen in termen van lichamelijke processen, en vice versa. Zo is de filosofie volgens hem een zelfbekentenis van het filosoferende lichaam, en het lichaam een groot verstand. Ook de taal heeft dus een lichamelijke oorsprong. Immanentie lijkt niet bereikt te kunnen worden door de taal doch wel door de dans. De taal en de dans verschillen van elkaar in die zin dat beiden een andere symbolische wereld representeren. De dans verschaft ons bewegingsbeelden, waardoor men het gevoel krijgt iets diepzinnigers te kunnen vatten dan met de taal, namelijk dat ons zelf participeert aan de dionysische wereld van het worden. De dans versterkt de menselijke band met het dionysische, met de aarde, omdat het in tegenstelling tot de taal, een participatieve activiteit is. LaMothe heeft erop gewezen dat de danser met de fysiologische aspecten van een betekenaar werkt, en niet met de gefixeerde semantische betekenis ervan, zoals men in de taal doet. Hierdoor zal de danser haar of zijn lichaam niet langer interpreteren als een ding, maar veeleer als een proces van het eigen worden. We kunnen dus concluderen dat de dans in een diepere relatie staat tot de grond van het leven dan de taal".
McTaggart: wordt je bewust van het veld waarin je leeft (bol.com).

Touber - spoedcursus verlichting (bol.com).

Wat bedoelde Dewey met de taal van de dans?

John Dewey had het over de taal van de dans in zijn boek "Art as Experience" uit 1934. Hij gebruikte deze term om te verwijzen naar het vermogen van dans om gevoelens en ideeën uit te drukken zonder dat daarbij woorden worden gebruikt. Volgens Dewey maakt de taal van de dans gebruik van het lichaam als instrument om betekenis over te brengen. In tegenstelling tot de verbale taal, die vaak wordt gebruikt om conceptuele ideeën uit te drukken, is de taal van de dans non-verbaal en kan het worden gebruikt om zowel emoties als ideeën uit te drukken.
Dewey zag dans als een kunstvorm die de menselijke ervaring weerspiegelt en uitdrukt. Hij geloofde dat dans een belangrijke rol kan spelen in het begrijpen van de menselijke ervaring en het vormen van menselijke gemeenschappen. Door middel van dans kunnen mensen zich verbinden met elkaar en met de wereld om hen heen op een manier die vaak moeilijk te bereiken is via woorden.

Losgemaakt van overtuiging en opnieuw verbonden

Willem Gobel is autodidact en hecht eraan alleen van kennis en inzicht uit te gaan die door persoonlijke ervaring ontwikkeld zijn.
Hij ziet de psychologische evolutie van de mens in de richting gaan van meer denken en handelen in termen van eenheid en liefde. Er zal een bewustzijnsverruiming plaats vinden zodat dualistische tegenstellingen zoals van goed en kwaad worden overstegen. Dit inzicht leidt tot verbondenheid met en verantwoordelijkheid voor alles wat leeft.

Voor het boek Spiritualiteit, vrijheid en engagement hadden Titus Rivas en Bert Stoop een interview met Willem. Hieronder een gedeelte over “overtuigingen”.

Ik houd binnenkort voor het eerst een lezing over "overtuigingen". Zolang mensen zich via overtuigingen op een standpunt laten vastleggen, houd je een belangenstrijd.
Het lijkt steeds chaotischer te worden in de wereld, overtuigingen duren steeds korter. Door informatie-overload zien mensen het overzicht niet meer. Mensen gaan zich vervolgens afsluiten. Ze worden weer teruggeworpen op zichzelf. In zichzelf zoeken ze een baken van rust. Alle mensen hebben een universele, tijdloze kern. Er zijn veel wegen die naar Rome leiden (en dan bedoel ik niet het Vaticaan), al dan niet via meditatie. Dit zelfinzicht leidt ook naar begrip van de ander. Wie je bent, je goddelijke kern, wie je altijd zult zijn.

Waarom raken we dat inzicht na de geboorte kwijt?
Goede vraag. Waarom vervreemden we van onze oorsprong? Wat is de zin van de afleidingen? Ik heb geen inzicht in de zin daarvan, wel een mening over de oorzaak. Volgens mij komt dat vooral doordat mensen hun hele jeugd lang een bepaald verhaal te horen krijgen, in de vorm van de opvoeding, het onderwijs, radio en tv en allerlei andere afleidingen. Zo raken ze geconditioneerd om in een maatschappij te kunnen functioneren, waarbij uiteindelijk taal een barrière vormt voor de directe ervaring en de werkelijkheid in een mentaal concept wordt vertaald. Uiteindelijk krijgt dit de vorm van een overtuiging en waar overtuigingen en spraakverwarring voor kunnen zorgen in deze wereld weten we maar al te goed. Als we naar het woord overtuiging kijken, zien we dat het samengesteld lijkt uit ‘over-’ en ‘tuigen’. Een overtuiging vormt eigenlijk een ‘tuig’ waardoor je gestuurd wordt. En als je je laat ‘overtuigen’ dan laat je je eigenlijk sturen door een ander zijn waarheid. Een oorspronkelijke spirituele ervaring of een visioen in het verleden zijn daarna door woorden geworden tot een vorm van religie. Zo zijn ze uiteindelijk weer een overtuiging geworden. Een ervaring zelf is eigenlijk nooit helemaal in woorden te vatten, woorden zitten eigenlijk alleen maar in de weg, maar wij kunnen in onze wereld nu eenmaal niet anders. Spirituele ervaringen zelf hebben altijd weer die universele boodschap gebracht, maar daarna is die tot een "isme" verworden. Een bepaalde elite denkt daardoor de waarheid in pacht te hebben en tot kort geleden liep de gemiddelde mens daar klakkeloos achteraan.

Ik denk dat je als ziel geboren wordt in deze wereld met een bepaalde mate van bewustzijn. Het is de bedoeling dat je je bewustzijn verder uitbreidt en daarvoor dient het lichaam. Zonder lichaam kun je in deze stoffelijke wereld niets beginnen en behalve dat we er ervaringen mee opdoen, is het lichaam ook het expressiemiddel van de geest. Je kunt je ermee uiten; het is zo lastig schilderen of muziek maken of wat dan ook zonder lichaam. Je kan ook zeggen: “als je je uit-drukt, maak je een zekere in-druk”.

Verder is het nu eenmaal zo dat we hier als gemiddelde westerling een baan nodig hebben, want alles kost iets: de huur, het gas en licht, kortom je levensonderhoud. Probeer hier dan maar eens een zeker spirituele vrijheid te ontwikkelen, terwijl je, wanneer je een yogi bent die in een klooster in de Himalaya zit, weinig afleiding hebt en ook geen zorgen over allerlei kosten; zelfs je eten wordt nog geregeld. Dan kan je ook veel gemakkelijker bij jezelf blijven.

Hoe zie je de toekomst?
Het verschijnsel Internet zorgt voor transparantie van informatie en de toename van informatie leidt tot emancipatie. Het heeft dus politieke gevolgen. Maar Internet zorgt ook voor een versnelde ontwikkeling van de wetenschap. Door de snelheid van informatieverspreiding zal er uiteindelijk ook geen elite meer kunnen zijn die bepaalde kennis geheim kan houden om zo een machtspositie op te bouwen. Mede door de versnelling van de ontwikkeling van de mens door internet en de onvoorstelbare hoeveelheid informatie die daardoor beschikbaar is, gaat de mens op zoek naar een rustpunt en dat is volgens mij een verinnerlijking van de mens. Die verinnerlijking zorgt ervoor dat een mens uiteindelijk uitkomt bij zijn diepste zelf en dat is goddelijk bewustzijn, ziel, geest, levenskracht of hoe je het ook maar noemen wil. Hij of zij ontdekt dan datgene wat voorbijgaat aan de wereld der relativiteit (het kader van tijd en ruimte) en verenigt alle tegenstellingen in zich waardoor er begrip en vrede zullen ontstaan. Eenheid zal dan de mens zijn deel worden en hij doorziet het spel der dualiteit (de wereld der tegenstellingen, bijvoorbeeld het goede en het slechte, enz.).

Kanttekeningen bij de vrije wil

In Filosofie Magazine van november 2010 een artikel van Marjan Slob over de vrije wil. Daarin de oplossing van Immanuel Kant voor de controverse tussen natuur en vrijheid. Volgens Kant zetelen we in beide werelden. In de natuur is de mens bepaald, maar zichzelf kan hij de wet opleggen.
Als zintuiglijke wezens zijn wij overgeleverd aan de wetten van oorzaak en gevolg. Maar we zijn ook denkende wezens, en in onze reflecties bestaat de vrije wil.

Het feit dat we veel (wel 95% volgens Ap Dijksterhuis in Het slimme onbewuste) onbewust doen, wil nog niet zeggen dat we onvrij zijn, aldus Marc Slors in hetzelfde magazine.



Ook de observatie dat milliseconden voor de handeling er al hersenactiviteit zichtbaar is op scans is geen bewijs voor het niet bestaan van de vrije wil. Het is een onderbouwing van de invloed van het onbewuste.
Slors haalt Frankfurt aan die stelt dat vrijheid is te begrijpen als een ervaring van harmonie of overeenstemming tussen de wensen, impulsen en verlangens die op alle niveaus in je leven spelen. Ook onbewust gedrag kan vrij zijn, wanneer het niet nodig is om op bewust niveau te interveniëren.
Het zelf is geen onvervreemdbare kern binnen ons, maar een levensproject, die vorm krijgt in de manier waarop je jezelf uitdrukt.

En die vorm kun je (her)kiezen uit vrije wil. Een mens is vrij om te veranderen, waarbij geldt "oefening baart kunst" en "training baart een nieuw ik".



Volgens Sloterdijk kunnen we ons leven veranderen door te oefenen, oefenen, oefenen.

Gevoel in harmonie met de rede maakt denken mogelijk

Antonio Damasio is een vooraanstaand Amerikaans hoogleraar neurologie. In zijn boek De vergissing van Descartes stelt Damasio dat emoties een noodzakelijke voorwaarde vormen om te kunnen denken. Zonder emoties is het onmogelijk rationeel te zijn.
Het was René Descartes (een Frans wiskundige en filosoof, levend van 1596-1650) die stelde dat lichaam en geest van elkaar gescheiden zijn en met elkaar in de pijnappelklier verbonden zijn. Dat geldt volgens Descartes alleen voor de mens en niet voor het dier. Die gedachte pakte desastreus uit voor dieren, die geen geest, maar nog erger: geen gevoel zouden hebben en alleen instinct- en reflexmatige reacties zouden laten zien. Daarmee heeft hij voor eeuwen de compassie van mensen met dieren op onethische afstand gezet.
Ook bij mensen zette de visie van Descartes (ik denk dus ik ben) de rede in een veel te dominante positie ten opzichte van gevoelens en emoties. Er is als het ware lange tijd geen gezonde balans meer geweest in die twee in het bepalen van de juiste keuzes.
Met het boek Ik voel dus ik ben stelt Damasio dat gevoelens de mens kunnen helpen om bij moeilijke beslissingen de 'knoop door te hakken'. Emoties zetten het lichaam op scherp en spelen een rol in het voorbereiden en uitvoeren van vlucht- of vechtreacties. Gevoel is daarbij als het ware de uitkijkpost van het lichaam.
Volgens Damasio maakte Descartes nog een tweede vergissing. Descartes ging ervan uit dat alle mentale activiteiten bewust verlopen en ontkende het bestaan van onbewuste processen. In de praktijk van alledag blijken bewuste processen echter een bijzonder kleine rol te spelen, vrijwel alle (volgens hersenwetenschappers 90-95%) beslissingen worden onbewust genomen.

invloed

Consultant besluitvormingsprocessen Huub Liefhebber: "intuïtieve beslissingen kunnen buitengewoon snel en accuraat zijn en lijken sterk afhankelijk van het ervaring- en kennisniveau van de beslisser. Schakers zijn een goed voorbeeld van intuïtieve beslissers. Het grote onderscheid tussen topschakers en amateurschakers ligt niet zozeer in hun vermogen om stellingen diep door te kunnen rekenen, maar veel meer met hun vermogen om in één oogopslag een stelling te kunnen evalueren. Deze stelling wordt vergeleken met de database van vele duizenden stellingen die een topschaker uit zijn hoofd kent. Al deze stellingen zijn gekoppeld aan een gevoel. Uiteindelijk wordt gekozen voor de zet die het beste gevoel oproept. Voor het effectief nemen van intuïtieve beslissingen blijken veel praktijkervaring en het volgen van trainingen om die te kunnen oefenen, noodzakelijk".

In een derde boek van Damasio Het gelijk van Spinoza onderschrijft hij de visie van Spinoza die een groot vertrouwen had in het redelijke van de mens, juist door gevoelens te benadrukken. Met zijn boeken probeert Damasio de balans en de harmonie tussen gevoel en verstand weer te herstellen.

Boeken van Antonio Damasio op bol.com.

De monnik als beoefenaar van paradoxen

Hein Stufkens (1947) is bekend als auteur van filosofisch-religieuze werken. In 2004 werd zijn boekje “Gelukkig zijn. De monnik als model” uitgegeven door Ankh-Hermes. In het boekje staan oefeningen in het leven met paradoxen. Volgens Stufkens denken wij in termen van uitsluiting, terwijl de wijsheidstradities denken in termen inclusiviteit: het is én het een én het ander. Hij roept op om zowel ons licht als onze schaduw te erkennen en te omarmen.
Op de weg van en naar je midden zijn goed en kwaad broeders van elkaar.
Zenmonniken zijn volgens Stufkens de meesters van de paradox. Ze beoefenen het doen-door-niet-doen, de wijsheid van niet-weten. Om de verlichting te bereiken mediteren ze urenlang zonder zich te richten op enig doel of zich te hechten aan enig resultaat.
In het boekje vier paradoxen.
  1. De paradox van de afgescheidenheid en de verbondenheid, van het alleen-zijn en het tegelijk leven in allerlei vormen van gemeenschap.
  2. De paradox van vrijheid en gehoorzaamheid, of van de liefde en de wet.
  3. De paradox dat we pas vinden wat ons leven tot een feest maakt wanneer we leren los te laten en wanneer we nergens op uit zijn.
  4. De paradox dat we moeten leren sterven om te leren leven.
Wanneer we de paradox toelaten worden we gaandeweg wijzer en minder eigenwijs. We verliezen de gehechtheid aan onze meningen en oordelen, we worden milder. We gaan zien dat tegenstrijdigheden naast elkaar kunnen bestaan.

Frédéric Lenoir schrijft in zijn boek Over geluk, een filosofische ontdekkingsreis het volgende. "De paradoxen van de taoïstische wijsheid zijn: een mens vindt zichzelf door zichzelf te vergeten, hij oefent invloed uit door af te zien van daden, hij komt tot wijsheid door weer kind te worden, hij wordt sterk door zijn zwakheden te accepteren, hij ontdekt de hemel door naar de aarde te kijken, en hij kan de dood rustig tegemoet zien door van het leven te houden".

Ik en mijn brein zijn bewustzijn

In zijn succesvolle boek “We zijn ons brein” schrijft hersenonderzoeker Dick Swaab onder meer over bijna-dood-ervaringen. Dit was vanaf 2007 het terrein van arts Pim van Lommel die het boek “Eindeloos bewustzijn” schreef.
Het boek van Swaab heeft heel wat mensen die hun heil zochten bij spiritualiteit en reïncarnatie doen inzien dat veel van wat door van Lommel wordt beweerd spiegelingen en projecties zouden kunnen zijn van onbewuste hersenactiviteiten.

Tussenstand Pim van Lommel -Dick Swaab 1 : 1.



Ook onderzoekster Susan Blackmore gelooft niet meer in reïncarnatie nadat zij een beroemde collega die onderzoek deed naar parapsychologie verdacht van vervalsing van data. Ze vindt het zelfs een geschift idee.



Dagblad Trouw besteedde in 2010 een aantal keren een opiniepagina aan de nieuwe inzichten met de volgende inleidende alinea:

Neurologen hebben de vrije wil dood verklaard.
Hersenwetenschappers zijn het stilaan eens: de vrije wil bestaat niet. Onze bewuste beslissingen zijn de uitkomst van onbewuste processen waarover we geen controle hebben. Het idee dat een bewust 'ik' aan de knoppen zit, is een illusie.

Tot zover Trouw.

Een antwoord op de hersenhype van Dick Swaab en Victor Lamme komt van Jan Derksen.
In Bevrijd de psychologie zet hij uiteen hoe hersenwetenschappers het goud in de hersenen zoeken in plaats van zich te richten op menselijke motieven, emoties en verlangens. 'Amateurbiologen' noemt hij de neuropsychologen die de psychologie reduceren tot de studie van observeerbaar gedrag en die het werken met emoties naar het alternatieve circuit laveren.
De praktijk van etikettenplakkerij, waarbij elk probleem tot een hersenstoornis wordt uitgeroepen, en het klakkeloos uitdelen van pillen moet een halt worden toegeroepen. Derksen stelt dat er geen oog meer is voor de kwetsbare persoonlijkheid van iemand met ernstige klachten of ambivalente gevoelens.

Tot zover Derksen.

Er zijn ook mensen met spirituele belangstelling die de bevindingen van Swaab en de twijfels over de vrije wil verwelkomen en integreren met hun visie, schijnbaar vanuit de gedachte “hoe minder vrije wil, des te gemakkelijker is de eenheid van bewustzijn met een ander te zien”.
Een voorbeeld is de website A-dvaita, die de artikelenreeks uit Trouw gelinked heeft.

Over de site.

Non-dualiteit

Veel mensen denken dat ze een individu zijn met een vrije wil, dat ze het leven moeten controleren en de juiste keuzes moeten zien te maken.
De non-dualiteit zet deze zienswijze volledig op z'n kop. Zowel onze vrije wil als onze individualiteit zijn denkbeeldig. Non-dualiteit, ofwel a-dvaita, betekent geen-twee. Alles is één bewustzijn en dit ene bewustzijn (dat wij zijn) speelt hier in het universum een spel en bestuurt daarbij alles, het water, de planten en bomen, de dieren en ook de mensen.

Op de site een interview met Frank Jespers, godsdienstwetenschapper aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en auteur van “Nieuwe religiositeit in Nederland”. Een citaat:
Nieuwe spiritualiteit omvat vele andere stromingen: nieuw heidendom (neopaganisme), esoterische bewegingen zoals theosofie en gnostiek, nieuwe volksreligie zoals spiritisme en waarzeggerij, en allerhande alternatieve geneeswijzen.

In deze vormen van nieuwe spiritualiteit speelt de wil een veel minder dominante rol, zegt Frans Jespers. "Het wereldbeeld is holistisch. De mens is deel van een groter geheel en heeft als nietig wezen rekening te houden met geesten, goden en natuurkrachten".
Het geloof in voorbestemming leeft sterk in deze kringen, aldus Jespers. "De wereld verloopt volgens een vastgesteld plan. Je moet je schikken naar wat er voor je is weggelegd. Inzicht verkrijgen in je levensweg: dát is spirituele groei”.



Tot zover Jespers.

Marc Slors is hoogleraar cognitiefilosofie en hield een voordracht voor Studium Generale in Groningen met als titel "Afscheid van de vrije wil? Dat had je gedacht!".

Tenslotte hersenonderzoeker Antonio Damasio.
"Veel van wat wij 'vrije wil' noemen, komt neer op ons vermogen om nee te zeggen tegen dat wat ons biologische zelf wil”.

Deze inzichten maken mij bescheiden. De mens is als het ware van rol gewisseld van actor naar een toeschouwer op de tribune van de wedstrijd tussen het bewuste en het onbewuste.
Dit speelt ook in de gedachte van Eckhart Tolle: de mens heeft er een rol bij gekregen, namelijk van observator. En al die taken kunnen simultaan en tegelijkertijd (in het nu) worden uitgevoerd.

Het zien van De Waarheid

Kunnen waarheden samen 1 waarheid vormen?


Het besef dat meerdere, elkaar uitsluitende inzichten tegelijkertijd waar kunnen zijn, is essentieel voor het boeddhisme. Is één van die inzichten de ware? Of zien we net zoals in de grot van Plato alleen de afspiegeling van inzichten, waarheden en objecten. We zien volgens Plato, met de rug gezeten naar de oorsprong, als het ware de projectie daarvan op de wand en niet het origineel. De werkelijkheid zelf zou ongrijpbaar, vaag, niet in woorden te vatten en in verandering zijn. En zou iemand ons vertellen dat hij wel in die werkelijkheid is geweest, zouden we hem dan geloven?
Of De Waarheid wel of niet bestaat is in principe een oneindige discussie. Aan de hand van een simpel voorbeeld is aannemelijk te maken dat verschillende waarnemingen naast elkaar kunnen bestaan en dat de enig mogelijke interpretatie onwaarschijnlijk is.
Kubussen


In de tekening hiernaast zijn zwarte cirkels getekend met daarin drie verbonden witte lijnen. Het is geen geheim dat we er kubussen in kunnen zien en wel minstens vier. Twee kubussen voor een denkbeeldig scherm met gaten en twee erachter en daarbovenop kubussen waarvan de ribben door de “gaten” gaan. Geen enkele kubus is volledig getekend. We projecteren deze ontbrekende delen op het vlak.

Zo is het ook met de waarheid. We voelen ons mogelijk uitgedaagd om de enige, echte waarheid te zien en te pakken. Maar het is niet ondenkbaar dat deze wens een overblijfsel is van een cultuur die bezig is te verdwijnen. Nog in de decennia na de Tweede Wereldoorlog was ons land verzuild. Elke zuil (katholiek, protestant, niet-kerkelijk, etc.) pretendeerde de ware zuil te zijn. Pas gaandeweg de zestiger en zeventiger jaren is die pretentie losgelaten. Gastarbeiders brachten andere culturen en religies mee en we zijn langzamerhand gewend geraakt dat ook buitenstaanders gelijk zouden kunnen hebben.
Filosofisch gezien zou je kunnen zeggen: binnen onze zuilen waren we overtuigd van een eenheid. Vervolgens hebben we de opvattingen van andere zuilen verenigd en nu zijn we bezig buitenlandse invloeden te integreren. Er wordt eenheid in verscheidenheid gezocht. We hebben losgelaten dat er één manier is om eenheid te beleven, we kunnen ook eenheid vinden in tweeheid of in veelheid. Dit is een vorm van zogenaamde “non-dualiteit”. Non-dualiteit is eenheid in tweeheid, het buitengewone in het gewone.
Deze verschuiving heeft voordelen en nadelen. Het relativeren van het eigen gelijk creëert ruimte om het beste te vinden in twee werelden. Je krijgt dan uitspraken als “Alles is God is Liefde”.
Liefde zegt "Ik ben alles". Wijsheid zegt "Ik ben niets".
Een nadeel kan zijn dat we meer onverschillig worden voor het vinden van de waarheid.
Het zou mooi zijn wanneer we blijven streven om de combinatie van de partiële waarheden te zien als these en antithese, die we kunnen samenvoegen tot een hogere vorm van waarheid, zoals in de dialectiek.

We leven in een cultuur waarin we er soms met schade en schande achter komen dat niet alles wat ons wordt voorgehouden waar is, maar zuiver en alleen is gemotiveerd om ons geld uit de zakken te kloppen. Die trieste constatering geldt helaas al tijden ook voor spirituele of religieuze organisaties. Wie is nog betrouwbaar? Zoals altijd moeten we het antwoord eerst en vooral bij ons zelf zoeken. Zijn we zelf wel betrouwbaar?

Ruimte

Hoe je het ook bekijkt, het accepteren dat er meer dan één waarheden tegelijkertijd naast elkaar kunnen bestaan schept ruimte.
In het tijdschrift InZicht bespreekt Raf Pype het eerste deel van de nieuwe trilogie van Robert Hartzema "De ruimte van gewaarzijn".



Ook het eerste deel bestaat zelf uit drie delen. Pype:
Deel twee van het boek gaat een stap verder, waar het gaat over het beleven van de 'tussenruimte' (het 'bardo' van de Tibetanen). "De werkelijkheid is eigenlijk een gatenkaas, vol met openingen en tussenruimten die zicht bieden op een verscheidenheid van andere dimensies van Zijn". In dit boek gaat het dan voornamelijk over de ruimte tussen twee gedachten en de bewustwording dat gedachten niet als een ketting aan elkaar hangen, maar gescheiden worden door tussenruimten die nieuwe mogelijkheden scheppen - mogelijkheden om los te komen van de enorme zuigkracht van onze gedachten en de daarmee samenhangende "superluchtbel van het ik". Deze ruimten dringen veel verder in ons door dan de dualistische ruimten, die altijd in tegenstelling staan tot iets anders.
Dat het zich openstellen voor deze diepere ruimten ook angst kan oproepen is aannemelijk. De meest diepliggende angst, die voor de volstrekte leegte, voor het niet-zijn of de dood, kan niet zomaar opzij worden gezet. "Alleen wanneer je op dit moment de directheid van het ervaren vanuit het nu-dood-zijn ervaart, zie je het heden in het juiste licht. De rest is zelfbedrog". (p. 272) In deel drie komen we dan uiteindelijk bij de Ruimte van het gewaarzijn - de Ruimte met hoofdletter. Deze allesomvattende dimensie van ruimtelijkheid heeft geen kenmerken en kan geen 'ervaring' zijn, maar wordt geleidelijk aan steeds meer zichtbaar.
Tot zover Raf Pype.

Het is een fascinerend idee dat er minstens evenveel potentiële waarheid schuilt in de ruimte tussen twee gedachten als in de gedachten zelf. Misschien simpeler gesteld: wanneer we ons open stellen voor het leren kennen van de waarheid die niet gestoeld is op onze eigen gedachten, zou dat wat we dan zien wel eens meer waar kunnen zijn dan wat we leggen in onze eigen projectie, gebaseerd op een vooroordeel.

Even belangrijk als wat er is, is dat wat er niet is. Het zijn de gaten, tunnels, holen, stiltes en leegte die het leven kleur geven. Als je een donut koopt, koop je dan ook het gat? Leven we in het binnenste van een zwart gat? Hoe zit het met de gaten in emmentaler kaas? Wat deden The Beatles met de gaten in toonladders in Fixing a hole?



Gaten, leegte en stiltes zijn de bron van diepe inzichten, slap geouwehoer en filosofische paradoxen. Maar boven alles bieden ze openingen. Of het nu een brievenbus is, een witregel in een gedicht, de break in een dansplaat of het gevoel van leegte wanneer je iets of iemand hebt verloren.

Negatieve metafysica

Roy Sorensen is professor in de filosofie aan de Washington universiteit in St. Louis. Sorensen noemt zichzelf een apostel van ‘de negatieve metafysica’. Hij denkt na over de dingen die er niet zijn, maar ook wel zijn, zoals gaten, stiltes, schaduwen, getallen, ideeën en de menselijke ziel; metafysische amfibieën die met één been op de vaste grond staan van het gezonde verstand en met het andere been in het troebele water van het niet-zijn.


In plaats van te proberen de aard van het universum te begrijpen door middel van positieve verklaringen en bevestigende concepten, focust negatieve metafysica zich op het verwijderen van beperkende en verwarrende concepten om een meer directe en onmiddellijke ervaring van de werkelijkheid mogelijk te maken.
Een bekend voorbeeld van negatieve metafysica is de theorie van apofatische theologie, die in de mystieke en esoterische tradities van vele religies voorkomt. Deze theorie benadrukt dat God niet kan worden begrepen of omschreven door positieve eigenschappen, zoals macht, kennis of goedheid, maar alleen door middel van negatieve beschrijvingen, zoals 'niet te bevatten' of 'niet beperkt'.
Negatieve metafysica wordt vaak in verband gebracht met filosofische tradities zoals het boeddhisme en het taoïsme, waarin het belang wordt benadrukt van het overwinnen van dualistische concepten om een directe en intuïtieve ervaring van de werkelijkheid te bereiken.

Niets doen of niet doen?

Joke J. Hermsen schreef voor De maand van de spiritualiteit het essay “Windstilte van de ziel”.
In dat essay haalt zij Simone Weil aan, die “De geschonden Ziel” schreef.

Net als de Grieken achtte Weil het belangrijkste doel dat een mens na kan streven het zorg dragen voor de ziel, dat zij omschreef als `het bouwen van een architectuur in de ziel'. Ze bedoelde hiermee niet alleen dat de ziel verdiept en ontwikkeld moet worden maar ook dat er een geometrische figuur in aangebracht moet worden, die het evenwicht of equilibrium tussen het lichamelijke en het geestelijke, het bewuste en het onbewuste, het ik en het zelf ondersteunt. Equilibrium is een ander kernbegrip uit Weils denken, waarbij zij zich liet leiden door Pythagoras die dit evenwicht tussen tegengestelden als de hoogst denkbare `harmonie' karakteriseerde. Het ging Weil dus niet zozeer om een keuze voor de ene of de andere pool van een tegenstelling maar om deze zo op elkaar af te stemmen dat ze in evenwicht (balans) zijn. Dat heb ik altijd een van de meest fascinerende aspecten van haar denken gevonden. De architectuur van haar denken is op dit equilibrium gericht, dus op de harmoniserende beweging die tegengestelde polen als ik en zelf met elkaar in evenwicht brengt. Zodra de mens slechts één kant van de tegenstelling opzoekt, gaat het mis, want dan raakt zijn ziel uit evenwicht.

De loutering van de ziel krijgt bij Weil de vorm van het wachten. Wachten in de zin van stilstaan, niets doen, aandachtig kijken en luisteren. `Alle kunst is wachten', schrijft ze, `en ook het ontvangen van inspiratie is wachten'. Wachten is de basis van zowel het creatieve als het spirituele leven. Wachten -in het Frans attendre- en aandacht -attention- liggen volgens Weil niet alleen grammaticaal in elkaars verlengde. Het wachten is de voorwaarde met aandacht naar de wereld, naar jezelf en naar de ander te kunnen kijken. Niet om in een eeuwige lethargie te vervallen, maar als de noodzakelijke tegenhanger van activiteit, ambitie en prestatie, om zo gezamenlijk het mentale evenwicht van de mens te bewaken. `Wachten is het transformeren van tijd in eeuwigheid', schrijft Simone Weil. In het wachten komen we tot een werkelijke aandacht voor de wereld, omdat we tijdens het wachten leeggemaakt worden van onze begrensde en van anderen afgescheiden ik-identiteit, die doorgaans als een obstakel tussen ons en de wereld in staat. In het wachten worden we als het ware veronpersoonlijkt, want ontdaan van de ego-gerichtheid van onze identiteit; daarom ervaren we dat wachten soms ook als bedreigend of onprettig, omdat we de belangen en ambities van ons ik moeten opgeven. Nietzsche beschreef dit wachten als de `onaangename' windstilte van de ziel, omdat dit leeg scheppen het verlies van verworven zekerheden betekent. Maar pas na het wachten kan volgens Weil de verhouding tussen ik en zelf hersteld en verdiept worden.

Tot zover Joke Hermsen met haar citaat van Simone Weil.

De grote vraag die in dit stuk naar voren komt is of Weil oproept tot “niets doen” of het Taoïstische “niet doen”. Eén letter kan een wereld van verschil maken. Welk nut heeft een leven van niets doen, terwijl het evenwicht dat de wereld kan redden bestaat uit louter niet doen: niet overconsumeren, niet zwijgen, niet over de grens van jezelf of een ander gaan, et cetera, et cetera.


De derde weg in leiderschap

In Management Scope een interview met Fons Trompenaars over de derde weg in leiderschap.

Een paar citaten.
Een goede leider is dienstbaar en weet belangen te verbinden op een hoger niveau, vindt Fons Trompenaars. Volgens de internationaal erkende leiderschapsdeskundige gaat het om de balans. "Het is niet óf voorzichtigheid óf lef, het gaat om het samenbrengen van beide".

Wat is volgens u de kern van leiderschap?
"De kern van leiderschap is het kennen en erkennen van verschillende gezichtspunten en die samenbrengen op een hoger niveau. Dat dit de kern is hebben we wetenschappelijk aangetoond met veel onderzoek. Het gaat om reconciling dilemma's - sorry voor het Engels, maar het is moeilijk te vertalen. Het is niet echt het gebruikelijke ‘verzoenen', want dat wil zeggen dat jij een mening hebt, en ik een andere mening en dat we er dan zo'n beetje tussenin gaan zitten. Reconciling is: samenbrengen op een hoger niveau.

Gelooft u in een nieuwe vorm van leiderschap? Een leider die meer verantwoordelijkheid neemt, rekenschap aflegt en zowel kijkt naar de lange als korte termijn?
"We zijn in het verleden van overdrijving naar overdrijving gegaan. Het begon met scientific management, waarbij alles draaide om efficiency. Daarna werd het opeens human relations en stond de mens centraal. Toen kwam het klantmodel, dat ging ook over de kop, en lag de focus op de aandeelhouder. En nu is het society. Waar het om gaat, en dat is tevens de essentie van leiderschap: hoe ga je om met de spanningsvelden - zo je wilt dilemma's - tussen de stakeholders? Als je het goed doet, kom je tot een integratie die de waarde voor de toekomst uitdrukt. Datzelfde principe geldt ook voor het korte of lange termijndenken. Als je alleen maar bezig bent met de lange termijn, ben je een visionair, maar gebeurt er niets. Daarmee zeg ik niet dat visionair zijn niet belangrijk is, maar er bestaat geen langere termijn zonder korte termijn en vice versa. Het gaat om de verbinding tussen die twee".

Tot zover de citaten uit Management Scope.

Trompenaars heeft zijn columns voor Het Financiële Dagblad gebundeld in het boek “Managementdilemma's”.
De rode lijn die door alle columns loopt is dat managers in toenemende mate met schijnbaar tegengestelde waarden of dilemma's te maken krijgen.
Wat voor dilemma's moeten leiders onder ogen zien? Je moet als leider inspireren en toch ook luisteren. Je zal moeten beslissen en toch ook delegeren, je organisatie internationaliseren en centraliseren maar ook oog hebben voor lokale verantwoordelijkheden. Je behoort boven de materie te staan en tegelijkertijd gepassioneerd één te zijn met de missie van het geheel.
In dit boek beschrijft Trompenaars hoe de top van het internationale bedrijfsleven deze dilemma's formuleert en probeert op te lossen. Alle relevante aspecten van het huidige organisatie-denken beschouwt hij kritisch en menige heilige huisjes, zoals het gedachtegoed van Hofstede en Myers-Briggs, worden afgebroken. Trompenaars reikt alternatieve manieren aan om met dilemma's om te gaan en deze te integreren op een hoger plan.
Alle boeken van Fons Trompenaars (bol.com).

Aanbevolen artikelen

Sommige zaken vereisen balans om effectief te kunnen zijn

Concrete en abstracte voorbeelden van evenwicht Wij mensen blijven in balans door tegelijkertijd onze linker helft en rechter helft aan te s...

Ongrijpbare thema's


Veel bijdragen gaan over ongrijpbare begrippen als waarheid, vrijheid en liefde. Door te accepteren dat meerdere gezichtspunten mogelijk zijn, kan voorkomen worden dat er ver- en geoordeeld wordt.

Leeswijzer

Zoals er ook vele wegen naar Rome zijn, bied ik meer ingangen naar mijn artikelen. Er is een overzicht van titels, van steekwoorden en er is een zoekmachine. De artikelen op mijn blog zijn geschreven vanuit een samenhangend geheel
Klik hier voor het overzicht van de laatste titels met telkens een paar inleidende zinnen of alle artikelen compleet van recent tot ouder.
Het vinden van artikelen gaat het gemakkelijkst via de labels, steekwoorden en onderwerpen op de internetversie.

Profiel en privacy

auteurOp mijn persoonlijke website geef ik aan hoe ik de privacy van de bezoekers van mijn sites in acht neem, mede in het kader van de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming).

Op mijn website bertstoop.nl geef ik aan hoe ik in het leven sta en wat de gedachte is achter veel van mijn artikelen. Via die site is ook contact mogelijk en is een overzicht te zien van mijn andere blogs en websites.

Terug naar het begin