Politici en kiezers hebben niet de naam dat zij consistent zijn in hun politieke koers. Het excuus van de politicus is dat hij na verkiezing compromissen moet sluiten omdat er anders geen regering of bestuur mogelijk is. Het gevolg is dat politici in de ogen van veel kiezers niet betrouwbaar zijn. Bij nieuwe verkiezingen worden telkens nieuwe beloften gedaan om weer zo veel mogelijk stemmers te verzamelen.
Bij de Eerste Kamerverkiezingen komen lijsttrekkers van de Tweede Kamer op TV die je niet zelf kunt kiezen, maar die in de media beter overkomen dan hun collega's uit de provincie. Geen wonder dat veel kiezers af en toe van stem wisselen om vooral af te straffen wat niet is ingelost en om de hoop te vestigen op een partij die een koers zegt te gaan varen die bij de ontvanger wel binnenkomt. Ook opiniepeilers hebben er een beste boterham aan. Stiekem hebben ze ook nog een beetje invloed, dus via peilingen zijn ook uitslagen te manipuleren.
Veel stemmers houden er niet van om te verliezen en stemmen daarom op een partij die opkomt in de peilingen: het bandwagon-effect, oftewel de verlokking om bij de winnaar te willen horen. Het gevolg is dat de uitslag vooral weerspiegelt welke partij het beste een bepaald imago heeft weten op te bouwen en niet per se of de inhoud van het verkiezingsprogramma overeenkomt met de mening van de kiezer.
De kiezer leest als het ware tussen de regels door en hoort bewust of onbewust zaken die meekomen in de communicatie, maar die niet altijd zo bedoeld zijn. De zwevende kiezer is het gevolg van een steeds losser worden samenleving en een steeds meer opportunistisch wordende politicus waarvoor het belangrijk is te weten hoe hij of zij overkomt. Kleine groepen zijn beter in het inschatten van toekomstige ontwikkelingen dan individuen. Bekend voorbeeld is het schatten van het aantal bonen in een potje. Laat de extremen weg en het resultaat is vaak weinig afwijkend van het werkelijke aantal.
Dit fenomeen heet, vertaald naar de politiek, Vox Populi, de stem van het volk. Partijen met extreme opvattingen hebben moeite om de kiesdrempel te halen. Halen ze die toch dat is het als samenleving verstandig om daar minimaal notie van te nemen en te onderzoeken wat daarvan de reden is.
Een samenleving besturen via een democratisch principe is een complexe zaak. Door de werking van het gelijk van grote groepen zou het voor elk individu verteerbaar moeten zijn dat het niet altijd zo gaat als hij of zij wil. Wie er toch niet tegen kan zou eens een studie moeten maken van het eigen ego of meer geduld moeten oefenen. Een nieuwe ronde, nieuwe kansen.
Voor een voorbeeld van mannetjes maken, zie Mark Rutte in actie. Maar wie te lang blijft zitten, kan om heel onbeduidende redenen struikelen.
Jean Pierre Geelen in de Volkskrant.
"Zo illustreren ook de kopstukken uit de landelijke politiek hun onvermogen om op een aansprekende manier aandacht te vragen voor de provinciale verkiezingen. Media worstelen met hetzelfde probleem. Dat leidt op televisie tot krankzinnige gymnastische oefeningen aan de rekstok, waarbij de kijker geacht wordt mee te buigen. Het Statenlid van de Fryske Nasjonale Partij in 'debat' met de SGP Zuid-Holland. Fractieleiders uit de landelijke politiek tegenover elkaar, slalommend tussen opiniepeilingen en daar weer de gemiddelden van.
Dat valt media aan te rekenen, maar de politiek doet er minstens net zo hard aan mee de kiezer in opperste verwarring te brengen. Die ziet door de bomen het democratische bos allang niet meer. Niet zo gek dat hij het stemhokje niet meer weet te vinden".